Ook via digitale participatie kan je je inwoners betrekken
Via digitale platforms, apps, sociale media, blogs en polls laten burgers steeds vaker van zich horen over beleid. Dat gebeurt vaak op uitnodiging van de overheid, maar evengoed op eigen initiatief – de drempel om je te laten horen is kleiner geworden.
Met corona is de inzet van digitale mogelijkheden om burgers te betrekken in een stroomversnelling geraakt. Het was het toevluchtsoord om participatietrajecten tóch te laten doorgaan. Ook met Veerkrachtige dorpen zijn we gedwongen geweest om te vergaderen via zoom. Het was aanvankelijk met best wat koudwatervrees: zullen we wel iedereen kunnen bereiken? Kunnen we de vergaderingen ook op een creatieve manier aanpakken? Intussen zijn we enkele coronagolven verder, en zijn er trajecten die bijna exclusief digitaal zijn verlopen. “Het is fijn dat we bij wijze van spreken uit onze zetel kunnen deelnemen aan de sessies”, aldus enkele deelnemers uit Gompel. We zagen op digitale sessies zelfs vaak meer mensen opdagen dan bij traditionele sessies in de parochiezaal. En we zagen vaak méér interactie tussen de deelnemers.
Online participatie lijkt eigenlijk heel erg op “offline” participatie, maar is tegelijkertijd toch anders. De manier waarop je met elkaar omgaat achter het computerscherm, vraagt een eigen soort etiquette of beter: “netiquette”. “Zet je microfoon uit als je praat”, is zo’n voorbeeld. Fundamenteler is de vraag hoe je omgaat met storende commentaren – online cafépraat – tijdens digitale bevragingen. Net als offline participatie, vraagt digitale participatie in elk geval een goede voorbereiding. Je wil immers zo laagdrempelig als mogelijk aan de slag gaan, respectvol met elkaar omgaan, en een kwalitatief resultaat bereiken.
Om dat digitale overleggen te vergemakkelijken, zijn er intussen allerlei tools ontwikkeld die het online vergaderen ondersteunen: videoconferentietools (zoals zoom, teams, Google Meet), stem-tools (zoals mentimeter, kahoot of voxvote), brainstormtools (zoals Google Jambord of Miro), en dialoogtools (zoals Citizenslab, OpenStad of METT). Meer weten? Check deze inspiratiegids over digitale participatie.
Zal digitale participatie na corona een blijver zijn? Online en offline participatie moeten beide leiden tot het voeren van constructieve gesprekken. Bij offline contactmomenten krijgen inwoners de kans persoonlijk in gesprek te gaan. Dit lijkt vooral een ouder publiek aan te spreken. Online participatiemethodes maken het op hun beurt gemakkelijker voor jongeren en jonge ouders om digitaal mee te doen. Wil je zoveel mogelijk mensen aanspreken, dan is het zinvol om mensen te zoeken waar ze zijn. Daarbij helpt het om offline en online tools te combineren.
Veerkrachtige dorpen is slechts een van de vele initiatieven die burgerbetrokkenheid via de digitale weg laat verlopen. Marian de Kleermaeker van het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten noemt ‘technologische ontwikkeling een goede aanjager van democratisering.’