Sessie 3 – Acties voor een Veerkrachtig Schoonbroek

23/04/2019

19:30u - 21:30u

Schoolstraat 4, Retie, België

Een twintigtal Schoonbroekenaren dachten tijdens deze sessie mee na over volgende thema’s die voor Schoonbroek de komende jaren belangrijker zullen worden:

  1. Vergrijzing.

267 Schoonbroekenaren zijn 60+. Dat is een behoorlijk hoog aantal, en dat zal de komende jaren nog toenemen. Opmerkelijk is ook dat 32% van de 75-+ers alleen wonen. Volgens onderzoek is het voor senioren mogelijk om thuis te wonen, mits een aantal voorwaarden voldaan zijn:

1/ aangepaste woningen
Ouderen leven in een woning die in goede staat is (fysiek verval van woningen zoals slechte ventilatie, waterlekken, slecht functionerende verwarmingsketels bedreigen de gezondheid, veiligheid en zekerheid van de oudere), in woningen die aangepast zijn of kunnen worden (bijvoorbeeld aanbrengen handgrepen, verbetering verlichting, goede toegang tot de woning (zonder drempels), toegankelijke toiletten en badkamer, …)
Een derde van de 60+-ers ziet er tegen op om vier trappen op te lopen, of in extreme gevallen, kan dit niet meer.

2/ voldoende basisvoorzieningen
Ouderen wonen op plaatsen waar er voldoende basisvoorzieningen voorhanden zijn. Maar: in heel wat dorpen is er ‘niets’ meer, het zijn als het ware ‘food deserts’.

3/ voldoende zorg
Ouderen wonen op plaatsen waar (betaalbare) thuis- en gemeenschapszorg voorhanden is. Thuiszorgdiensten geraken overal, maar tegen een hoge kostprijs: de totale Vlaamse thuisverpleging rijdt dagelijks een kleine 15x rond de evenaar rond.

4/ mogelijkheden tot sociaal contact
Ouderen wonen in omgevingen die hen aanzetten tot (een combinatie) van sociale en fysieke activiteiten, zoals ontspannings- en ontmoetingsfaciliteiten, een aangepast activiteitenaanbod, mensen om contact mee te hebben.

5/ openbaar en aangepast vervoer en een toegankelijke openbare ruimte
Ouderen kunnen makkelijk verbinding maken met de buitenwereld (ook als autorijden niet meer gaat) en kan zich makkelijk in die buitenwereld bewegen (te voet, met de wandelstok, rollator, (elektrische) rolstoel of scooter). 20% van alle tachtigjarigen kan geen 400 meter zonder pauze lopen.

2. Wonen

Schoonbroek is stilaan volgebouwd, en Kinschot is agrarisch gebied waar niet mag gebouwd worden. Verder verkavelen zit er voor het dorp bijna niet meer in.

Schoonbroek moet dus op zoek naar nieuwe woonvormen. De trend in Vlaanderen is sowieso kleiner wonen (de gemiddelde grootte van een huis in 1990 was 222 m², in 2016 is dit nog 133 m²). Eén van de opties voor Schoonbroek is het opsplitsen van bestaande woningen in meerdere wooneenheden. Veel Vlaamse huizen die gebouwd zijn na WOII zijn te groot, met te grote tuinen. 72% van de woningen in Vlaanderen zijn onderbezet. Mogelijkheden daarbij zijn cohousing (ook voor senioren, meer info hier) en kangoeroewonen (bijvoorbeeld door het plaatsen van een chalet in de tuin, zie dit voorbeeld). Voor senioren bestaan er ook manieren om het thuiswonen te ondersteunen. Via de Provincie Antwerpen kan je daar advies voor krijgen, en ook via de Landelijke thuiszorg.

3. Voorzieningen.

Her en der zijn er goede voorbeelden van winkels die in dorpen terug openen en een waaier aan voorzieningen aanbieden.

  1. DORV (Duitsland)

Het DORV-centrum centraliseert enerzijds een aantal basisproducten en -diensten: verse voeding, kruidenierswaren, drank, een postpunt, een afhaalpunt voor gemeentelijke documenten, een strijkdienst, enz. Hierdoor hoeven inwoners minder snel de auto te nemen om te voorzien in hun basisbehoeften. Anderzijds is het DORV-centrum ook een sociale ontmoetingsplaats met een aangename ruimte voor een babbel en allerhande kleinschalige socio-culturele activiteiten zoals thema-avonden, filmavonden, workshops, vergaderingen, enz.

2. Dorpspunt 

‘Dorpspunt in Beveren’ is een voorbeeld van een buurtpunt, een plek waar inwoners uit het dorp elkaar kunnen ontmoeten en diensten terugvinden die uit het plattelandsdorp waren verdwenen. Bewoners vonden een bondgenoot in De Lovie, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Het ‘Dorpspunt’ is het platform voor heel wat nieuwe initiatieven en wordt uitgebaat door personen met een verstandelijke handicap, met dagondersteuning van De Lovie. Het doel is om mobiliteit te vergemakkelijken, een korte keten te realiseren tussen producent en consument en concrete diensten zoals het afhalen van pakjes op te zetten.

3. Mobiele buurtwinkel (Bornem)

Deze mobiele buurtwinkel vol levensmiddelen bezoekt elke werkdag een andere deelgemeente. Ouderen of minder mobiele inwoners kunnen zo aan de eigen voordeur hun inkopen doen. Initiatief van het Sociaal Huis Bornem. Doel is om de inwoners makkelijker te voorzien van hun dagelijkse aankopen, zonder dat ze hiervoor naar het centrum van Bornem moeten afzakken. Vaak zijn ouderen nu afhankelijk van familieleden of buren voor hun inkopen. Aan de kar kiezen ze zelf weer hun spullen uit én hebben ze meteen het nodige sociale contact. De voedingswaren van onze Buurtkar komen zoveel mogelijk van lokale handelaars. De Buurtkar wordt geen concurrent, maar een aanvulling.

Bij De Buurtkar vind je niet enkel voeding, maar ook Bornemse vuilniszakken én dienstverlening van het Sociaal Huis en de gemeente. Het is ook een sociaal-economisch initiatief, het geeft tewerkstelling- en opleidingskansen aan bepaalde doelgroepmedewerkers.

4. Dorpsgenoten baten zelf supermarkt uit

In 2004 sloot de enige winkel in het Sterksel (NL). Probleem, in de eerste plaats voor ouderen en minder mobielen, maar ook voor de mobiele Sterkselnaren door het gemis aan een ontmoetingsplek. En een eigen winkel staat symbool voor een zelfvoorzienend dorp. Ongeveer een kwart van de ruim 1.200 inwoners werd lid van een nieuwe coöperatie, die een supermarkt opende. Elk lid bracht minimaal 50 euro in als startkapitaal. De winkel in Sterksel draait vanaf het begin op een betaalde kracht en vijftig vrijwilligers. Inmiddels hebben in ongeveer dertig tot veertig Nederlandse dorpen de bewoners het heft in eigen handen genomen.